woensdag 4 november 2009

Een andere bril opzetten.

Uit de geschiedenis kan je leren en elk moment is uniek. Vanwaar komen sommige normen die we hanteren? Waarom worden mensen die anders zijn uitgesloten? Is er geen mentaliteitsverandering bij de mensen? Hoe mensen vroeger dachten ten opzichte van de zwakkeren in onze samenleving herken je nu soms nog. Er bestaan heel wat uitsluitingmechanismen. Bewust en onbewust maken we een beeld over wie mensen zijn. We vormen een mening over een persoon en hebben soms vooroordelen. Hoe wij denken is ook bepaald door onze opvoeding. Van generatie op generatie worden ervaringen doorgegeven. De visies over mensen evolueren in de tijd en hebben te maken met de waarden en normen van die tijd. Er bestaat dus een soort van mentaliteitsgeschiedenis. Er zijn 6 verschillende mentaliteitsbeelden deze zijn: onvolwaardig, ongelukkig, zwak, abnormaal, benadeeld en gelijkwaardig.

Onvolwaardig: Dit zijn de mensen die niet in de maatschappij behoren zij zijn onmensen en ze kunnen ons besmetten of bedreigen.

Ongelukkig: Dit zijn de zielepoten, de sukkelaars degene die gedoemd zijn om een ongelukkig leven te leiden. Dit is een visie die mensen vaak hebben over mensen met een handicap. Ze verschijnen aan de rand van onze maatschappij. Zij leven in de schaduw en horen er niet bij. Zij zijn ‘mindervalide’.

Zwak: het zijn zwakke, kwetsbare en hulpeloze mensen. Dit zijn de mensen die de medische en verpleegkundige verzorging, revalidatie en technische hulp nodig hebben. Ze leven in een beschermd milieu zoals een verzorgingsinstelling. Men verwijst naar het effect. Ze zijn ‘invalide’

Abnormaal: Ze zijn opvallend en verschillen storend van wat de meerderheid van de westerse samenleving als normaal beschouwt. De visie is dat er een afwijking is van de waarden, normen en levensstijl in de maatschappij.

Benadeeld: Ze zijn het slachtoffer van onze maatschappelijke ontoegankelijke wereld. Ze kunnen zich moeilijk bewegen in deze wereld. De maatschappij is verantwoordelijk voor de creatie van de handicap of van de beperking.

Gelijkwaardig: Ze zijn anders, maar niet minder. Ze zijn gelijkwaardig en kunnen deelnemen aan het dagelijks, maatschappelijke leven met behoud van hun eigen identiteit.

Wuyts,B. (2005). Over narren, kreupelen, doven en blinden: leven met een handicap Van de Oudheid tot nu. Leuven: Davidsfonds.

Het Middeleeuwse christendom

We moeten het christendom bekijken vanuit het perspectief van de Middeleeuwse mens. Degene die het christendom verkondigden hadden vaak tegenstrijdige ketterse opvattingen. Het kan dat het christendom een verzameling is van verschillende magische en bijgelovige ideeën. Elementen uit het christendom komen overeen met elementen van het volksgeloof. Volgens het Christendom is naastenliefde een enorm belangrijke waarde. In de Middeleeuwen was deze waarde nog niet helemaal verspreid. De heksenwaan was een periode waarin iedereen die anders was verstoten werd. Er was geen verdraagzaamheid ten opzichte van mensen met afwijkend gedrag. Vanaf het ontstaan van het Christendom en gedurende eeuwen kenmerkt het Christendom een vijandigheid ten opzichte van de Joden. De oorzaak van deze vijandigheid is de visie op Jezus Christus. Dit ligt ook aan de oorzaak van het racistische antisemitisme dit dook op aan het einde van de 19 eeuw en hierover heb ik geschreven in de blog ‘het creëren van goed burgers’. Door de verlichtingsfilosofen beseften verschillende christenen dat de Jodenhaat ontstond vanuit onverdraagzaamheid. Dat komt niet overeen met de waarden van het christendom. Het christendom was de ‘voortreffelijkste, de enigste’ godsdienst. Alle andere godsdiensten waren vormen van afgoderij, bijgeloof, waarzeggerij, vormen van sektes. De duivelsverhalen komen zowel terug in het christendom als in het volksgeloof van de middeleeuwen. Het christendom is tegen toverij, heksenvlucht en de heksenvergadering. In de heksenhamer wordt er over gedaanteverwisselingen gesproken en in de kerkelijke leer komt dit ook voor. Hekserij werd bestreden met kerkelijke gebeden en rituelen. In de heksenhamer wordt geformuleerd dat toverij van heksen gebaseerd is met een akkoord dat ze met de duivel gesloten hebben. Heksen hebben zich tegen God gekeerd en zich aangesloten bij de duivel. Heksen zouden geslachtsgemeenschap hebben met de duivel en ze zouden kunnen vliegen. Heksen zouden samenkomen in het duister en magische praktijken beoefenen. Het boek ‘de heksenhamer’ heeft een grote betekenis gehad bij het vervolgen van heksen.

Mostert, M., Demyttenaere, A. (1995). De betovering van het Middeleeuwse Christendom: studies over ritueel en magie in de Middeleeuwen: Hilversum: Verloren.

maandag 2 november 2009

Heksen, tovenaars, zondebokken, weerwolven, duivels

In de 15de eeuw werden er massaal heksen en tovenaars vervolgt deze werden levend verbrand of verdronken. Heksen, tovenaars en weerwolven hadden een pact met de duivel gesloten. De christelijke gemeenschap moest gezuiverd worden dit werk werd overgelaten aan de kerkelijke inquisiteurs. De heksen behoorden tot de groep van de zondebokken. Zij kregen de verantwoordelijkheid over natuurrampen, handicaps, ziekten bij pasgeboren kinderen. De inquisiteurs haten vrouwen en ze baseerden zich op het boek de heksenhamer. De katholieke maatschappij bestempelde de vrouw als een ontrouw en bedrieglijk wezen. De vrouw was minderwaardig. Vaak werden alleenstaande vrouwen, arm, lelijk en oud tussen de 50 en de 70 jaar bestempeld als heks. De meeste heksen waren vroedvrouwen omdat ze erg dicht bij het wonder van de geboorte stonden. Als er bij de bevalling complicaties optreden werden zei betucht als heks. Als een kind met een handicap op de wereld kwam werd dit kind bekeken als een wisselkind. De heks had het gezonde kind gewisseld met een kind van de duivel en dat was het gehandicapte kind. Moeders bonden hun gehandicapt kind in een kussen en wurgden het. Dit zie je op het schilderij de blauwe huik. Als je op de link klikt zie je het schilderij en links in de hoek zie je een vrouw die haar monsterlijk kind vermoord. Dit gaat om het spreekwoord: Zij zou de duivel op een kussen binden. Dit betekent zij is een echte helleveeg zij kan iedereen de baas, met elke man raad weten. Om de schuld te bewijzen van een heks werden verschillende methoden gebruikt bijvoorbeeld de waterproef, de heksenweging en de foltering.
Bij de heksenprocessen werd er gruwelijk gemarteld. Na uren of dagen van folteren bekenden de meeste vrouwen alles. Sommige vrouwen waren verslaafd aan drugs op basis van kruiden. Deze vrouwen kwamen in een roes en beleefden hallucinaties. De omgeving concludeerden dat ze heksen waren. Ook geestesgestoorde vrouwen werden veroordeeld op de brandstapel. Ook invloedrijke vrouwen kwamen op de brandstapel. Er waren ook mannen die gedragsgestoord waren en in het bos leefden. Zij hielden de heksen gezelschap. een voorbeeld van zo een woudman is heer halewijn.

Wuyts,B. (2005). Over narren, kreupelen, doven en blinden: leven met een handicap Van de Oudheid tot nu. Leuven: Davidsfonds.

Denkrichtingen over de geschiedenis met een focus op Karl Marx

Ik vind dit een moeilijk stuk van de cursus daarom verdiep ik me er iets meer in.

Karl Marx is een filosoof die het maatschappelijke spanningsveld beschreef. Marx beschreef de fabrieksarbeiders als de slaven van het kapitalistische productieproces, die vervreemd raakten van de zin van hun arbeid. (wuyts, 2005). Das kapital is de grondslag van het Marxisme. Marx is de grondlegger van het wetenschappelijk socialisme. Materiële zaken hebben een invloed op welke waarden en idealen mensen hebben. De rijken beschermen hun eigendommen en passen daar de wet op toe. ‘Privaat bezit is het bron van alle kwaad’. Er wordt gestreefd naar collectiviteit. De mensen die de productiemiddelen bezitten hebben de macht. Zij hebben de macht over de arbeiders. De arbeiders bieden hun arbeid aan in ruil voor loon. Wie de machines, de grondstoffen en het kapitaal bezit krijgt het grootste deel van de koek. De rijken worden steeds rijker en de armen worden steeds armer. Marx beschreef de klassenstrijd. De bezittende klasse buit de arbeidersklasse uit. De economische verschillen hebben een invloed op de sociale omgang. Dit is een ‘uitbuitingssystheem’. De heersende ideeën zijn de ideeën van de hogere, rijkere, bezittende klasse. De staat verdedigt de belangen van de bezittende klasse en gaat in tegen de belangen van het proletariaat. In mijn intro sprak ik over het feit dat je uit de geschiedenis kan leren. Je kan je afvragen of kansarmoede erfelijk is? Of iedereen werkelijk gelijke kansen krijgt in onze maatschappij? Of er al dan niet nog klassenverschillen bestaan in onze democratische samenleving? (Devos, 2006)

Wuyts,B. (2005). Over narren, kreupelen, doven en blinden: leven met een handicap Van de Oudheid tot nu. Leuven: Davidsfonds.
Devos,C. (2006). De kleermakers en de keizer: inleiding tot politiek en politieke wetenschappen. Gent : Academiapress.

Het Creëren van goede burgers.

Ik geef toe dat ik wel snel de link gelegd heb van de geschiedenis vervalsen naar het nationaal-patriotisch gevoel bij de burgers. In deze tekst zal ik verklaren hoe ik op dit spoor ben geraakt:

Wat ik in mijn vorige blog geschreven heb moet je bekijken met een bril van het einde van de 19de eeuw. De denkbeelden van de Grieks Romeinse Oudheid werden overgenomen. Het menselijke ras moest veredeld worden. Slechte invloeden van andere volkeren, lagere bevolkingsklasse, ziektes, armoede,… moest vermeden worden. Het ras moest ‘gezuiverd’ worden. Dit was de aanloop naar een eugenetisch alarm. De erfelijkheidsgedachte is al eeuwenoud. Denk maar aan het Duitse Lebensborn-programma. Enkel blode haren en blauwe ogen waren mooi men wilde de Übermensch creëren. De machthebbers bepaalden wie ze in de categorie plaatsten van goede burgers en wie ze het leven niet gunden. Er werden nieuwe biologische theorieën ontwikkeld. Denk maar aan Gobineau, zijn mening is dat blanken de leiding hebben over de minderwaardige zwarte bevolking, John Langdon Down heeft het syndroom van Down bestudeerd en benoemd. Hij heeft een etnische classificatie opgesteld. Morel en Lamarck dachten dat afwijkingen ontstaan werden door ziekte, verslaving of besmetting,… en zo zijn er nog vele geleerden uit die tijd die het ‘erfelijke verval’ bestudeerden. Er ontstond een degeneratievrees en vanuit deze vrees werd de eliminatie van levensonwaardig leven door Adolf Hitler toegepast. Vanuit de gedachten van het creëren van goede burgers en het uitroeien van ‘slechte’ burgers heb ik de link gelegd met mijn vorige blog. Op deze geschiedkundige feiten zijn mijn vorige conclusies gebaseerd. Vele jeugdbewegingen werden opgericht in die periode. Der Wandervogel werd ook opgericht dit was de voorganger van het Scoutisme. Er werd gekampeerd, liedjes gezongen. Sport en conditie was erg belangrijk. Der Wandervogel was een protestbeweging tegen de volwassen maatschappij. De jongeren trokken zich terug in de natuur en vonden de waarden zoals vriendschap, natuur, solidariteit, vrijheid en broederlijkheid belangrijk. Na dat de wereldoorlog uitbrak waren er veel leden van de wandervogel. Veel rechtse politici zagen voordelen in deze jeugdbeweging. De waarden van de jeugdbeweging werden gebruikt voor politieke doeleinden. Adolf Hitler was ook geïnteresseerd in deze jeugdbeweging. De Britse generaal Baden Powell heeft het scoutisme opgericht. De Militaire discipline probeerden men over te brengen op de jeugd. De politiek hield zich dus bezig met de toekomst van de jeugd en het beïnvloeden en creëren van vaderlandslievende burgers met fysieke en geestelijke kracht. Dit is wat vooraf ging aan het antisemitisme, de Holocaust. Hitler inspireerde zich op de Germaanse idealen en de jeugd had nood aan een krachtige leider. Het Arische ras was Gods meesterwerk en het donkere ras was het knoeiwerk van de duivel. Hij liet twee bevolginsgroepen vernietigen de joden en de mensen met aangeboren afwijkingen. De nazi-jeugdorganisaties en scholen zorgden voor de hersenspoeling van de jongeren. (Wuyts, 2005)


Wuyts,B. (2005). Over narren, kreupelen, doven en blinden: leven met een handicap Van de Oudheid tot nu. Leuven: Davidsfonds.