woensdag 30 december 2009

onderwijs

De Middeleeuwen was een periode van intellectueel verval en wetenschappelijke stilstand. In de Nieuwe tijd komt er terug meer aandacht voor scholing. Men wilde tot een hogere beschaving van de mens komen. Het Latijn en het Grieks werd opnieuw bestudeerd. Men wilde de draad met de Oudheid terug opnemen. In de nieuwe tijd wilde de intellectuelen en de burgers terug greep krijgen op hun situatie. Met zijn verstand moest de mens in staat zijn de wereld beter te begrijpen. De wetenschappelijke vernieuwing kwam op gang. Denk maar aan Leonardo da Vinci, Copernicus, Galilei, Vesalius en Mercator. De uitvindingen en ontdekkingen volgden elkaar op. De boekdrukkunst verspreidde de nieuwe ideeën.Door dat er meer aandacht ging naar het menselijk verstand kreeg de arme en de mens met beperkingen geen volwaardige plaats in de samenleving. De bijbel gaf de richting aan van het leven. Het onderwijs werd gegeven door de kerk. De adel en rijke burgerij namen huisonderwijzers en gouvernantes in dienst. De kinderen kwamen terecht in een Latijnse school. De grote meerderheid van de bevolking kon maar een paar uur per dag naar school gaan. Voor de bevolking werden er parochiescholen opgericht. De scholen bleven veel te duur. De scholen waren ook te ver voor vele boeren en arme gezinnen. Wanneer er meer geld vrij kwam werd er een schoolmeester in dienst genomen. Het gemiddelde pedagogische en intellectuele niveau van de schoolmeesters was erg laag. Het onderwijs dat gegeven werd was religieus getint. In de Nieuwe tijd geloofde men er nog niet in dat onderwijs een middel kon zijn tot verbetering van de individuele levensomstandigheden. De boeren leerden hun vaardigheden al doende. Kooplui en ambachtlieden leerden hun vak. In de Nieuwe tijd was armoede en welvaart een grote tegenstrijdigheid. Het lager onderwijs was voornamelijk opgericht voor de beheersing van de taal. Doordat je kunt lezen en schrijven ben je ook in staat om in communicatie te treden met je omgeving. Het Latijn werd minder belangrijk.

De noodzaak van volksontwikkeling

Wuyts,B. (2005). Over narren, kreupelen, doven en blinden: leven met een handicap Van de Oudheid tot nu. Leuven: Davidsfonds.

De Swaan, A. (1989). Zorg en De Staat: Welzijn, onderwijs en gezondheidszorg in Europa en de Verenigde Staten in de nieuwe tijd. Amsterdam: Bert Bakker.

1 opmerking:

  1. Het lezen en schrijven is toch een belangrijk aspect van de communicatie. Vandaag de dag is het bijna ondenkelijk dat iemand niet kan lezen of schrijven. Maar toch bestaan analfabetisme toch wel nog. Deze mensen moeten dan al hun vertrouwen stellen op de mensen rondom hun voor de dagelijkse algemene zaken in orde te brengen.
    Vroeger waren mensen niet zo omringt zoals nu, met dichte familie en mantelzorgers, en verliep communicatie heel wat moeilijker. Dit was waarschijnlijk wel één van de grootste oorzaken dat het welzijnspeil van armen een heel stuk lager was dan van de rijken.

    BeantwoordenVerwijderen